Per heden is ons aanvraagformulier naar parasitaire verwekkers van darminfecties aangepast. Deze aanpassing komt met name voort uit het reduceren van onderzoek naar wormen en het onderzoek naar wormeieren en cysten.
Met deze wijziging volgen wij de Richtlijn Laboratoriumdiagnostiek van intestinale parasieten, van de Nederlandse Vereniging voor Medische Microbiologie. In deze richtlijn wordt aangegeven dat in Nederland en andere Westerse landen wormen zelden de verwekkers zijn van darmproblemen. Ook na analyse van de door u ingestuurde feces voor onderzoek naar wormen, wormeieren en cysten, bleek >98% negatief.
Onderzoek of feces naar wormen, -eieren en cysten is met name geïndiceerd bij migranten met buikklachten en bij andere symptomen zoals bepaalde huidafwijkingen, eosinofilie en uiteraard wanneer een patiënt een worm heeft gezien in de ontlasting.
Pathogene protozoa, zoals Giarda lamblia, Cryptosporidium parvum, Entamoeba histolytica en Cyclospora cayetanensis, kunnen wel de verwekkers zijn van buikklachten. Deze diagnostiek gebeurt middels PCR. Het standaard pakket naar darmparasieten bestaat uit: G. lamblia, C. parvum, E. histolytica en Dientamoeba fragilis. Onderzoek naar specifieke (parasitaire) verwekkers kan aangevraagd worden.
Hier een samenvatting van de diagnostiek naar parasitaire verwekkers van darminfecties, uit de richtlijn.